Even weer een gedichtje tussendoor. Van Jacobus Bellamy. Komt omdat ik bezig ben met een blogje over de diepste zieleroerselen van die Bolle(m'n baas). Zeg maar die Bolle bloot. En dat is ook bijna letterlijk. Je gelooft je eigen ogen niet. Dat blogje heb ik al helemaal af hoor. Is heel gaaf geworden, maar ik durf niet. Als hij dat leest sta ik meteen m'n rugzakje op straat en kan ik op zoek naar een brug om onder te leven. Dat is niet zo ver hoor, gewoon de spoorbrug hier aan de overkant. En er zit ook nog een meertje naast. Was vroeger de bron voor het Hilversumse Natuurbad en in de winter de IJsbaan. (Foto hierboven. IJsbaan en rechtsonder de ouwe Crailose brug. Alles bijna 100 jaar geleden.) En er wonen nog meer zwervers. Echte zwervers met veel bierblikjes in sigarettenlucht en versleten tentjes. Laatst nog een ouwe caravan uitgebrand. Kon de brandweer niet eens bij. Alles uitgebrand. Lastig dus, een hond met zeer vaste gewoontes en haar hapjes en drankjes op tijd, die een zwervershond moet worden? Vandaar dat ik er nog even over moet nadenken. Slaap er echt slecht van. Conflict tussen plicht als vrije blogger en status. Schijnt meer voor te komen. Wordt wel na het weekend. Daarom eerst een gedicht dat die Bolle zeker zal aanspreken. Hopelijk een beetje gunstig zal stemmen. Komt'ie:
Een ontdekking
Waarom of toch de Dichters
Zo graag een teugje drinken?
Dit vroeg ik aan mijn Zangster,
En zij gaf mij ten antwoord:
'Er was in oude tijden,
Een bron, die aan de Dichters
En vuur, en geest kon geven;
Hier dronken ze uit, en zongen
Ter ere van hun Goden,
En dappere oorlogshelden.
De schoonheid der Nature,
Het lachen van de lente,
Het zoet gevoel der Liefde
Was 't, dat die Dichters zongen.
Maar — met die oude tijden
Is ook die bron verdwenen.
Nu hebben onze Dichters
Ontdekt, in later tijden,
Dat, in het sap der druiven,
De kracht der bron berustte.
Dit is alleen de reden
Dat zij zo gaarne drinken.
Nu drinken zij en zingen,
Door 't sap der edle druiven
Gesterkt, de schoonste zangen.'
Jacobus Bellamy (1787-1786)
uit: Gezangen mijner jeugd (1782 )
Van : LaurensJanszoon Coster.