vrijdag, april 15, 2011

Bellamy

Even weer een gedichtje tussendoor. Van Jacobus Bellamy. Komt omdat ik bezig ben met een blogje over de diepste zieleroerselen van die Bolle(m'n baas). Zeg maar die Bolle bloot. En dat is ook bijna letterlijk. Je gelooft je eigen ogen niet. Dat blogje heb ik al helemaal af hoor. Is heel gaaf geworden, maar ik durf niet. Als hij dat leest sta ik meteen m'n rugzakje op straat en kan ik op zoek naar een brug om onder te leven. Dat is niet zo ver hoor, gewoon de spoorbrug hier aan de overkant. En er zit ook nog een meertje naast. Was vroeger de bron voor het Hilversumse Natuurbad en in de winter de IJsbaan. (Foto hierboven. IJsbaan en rechtsonder de ouwe Crailose brug. Alles bijna 100 jaar geleden.) En er wonen nog meer zwervers. Echte zwervers met veel bierblikjes in sigarettenlucht en versleten tentjes. Laatst nog een ouwe caravan uitgebrand. Kon de brandweer niet eens bij. Alles uitgebrand. Lastig dus, een hond met zeer vaste gewoontes en haar hapjes en drankjes op tijd, die een zwervershond moet worden? Vandaar dat ik er nog even over moet nadenken. Slaap er echt slecht van. Conflict tussen plicht als vrije blogger en status. Schijnt meer voor te komen. Wordt wel na het weekend. Daarom eerst een gedicht dat die Bolle zeker zal aanspreken. Hopelijk een beetje gunstig zal stemmen. Komt'ie:

Een ontdekking

Waarom of toch de Dichters
Zo graag een teugje drinken?
Dit vroeg ik aan mijn Zangster,
En zij gaf mij ten antwoord:
'Er was in oude tijden,
Een bron, die aan de Dichters
En vuur, en geest kon geven;
Hier dronken ze uit, en zongen
Ter ere van hun Goden,
En dappere oorlogshelden.
De schoonheid der Nature,
Het lachen van de lente,
Het zoet gevoel der Liefde
Was 't, dat die Dichters zongen.
Maar — met die oude tijden
Is ook die bron verdwenen.
Nu hebben onze Dichters
Ontdekt, in later tijden,
Dat, in het sap der druiven,
De kracht der bron berustte.
Dit is alleen de reden
Dat zij zo gaarne drinken.
Nu drinken zij en zingen,
Door 't sap der edle druiven
Gesterkt, de schoonste zangen.'

Jacobus Bellamy (1787-1786)
uit: Gezangen mijner jeugd (1782 )
Van : LaurensJanszoon Coster.

maandag, april 11, 2011

FILM OVER INGRID JONKER


Ze is niet oud geworden, heeft een zwaar leven gehad. Heeft hele mooie gedichten geschreven. Ja, had ik de vertaling wel bij nodig. Die Bolle niet, die begrijp het Afrikaans ook. Ze hebben een film over haar leven gemaakt. Hierbij de reclame. Met trailer.

Maar het gaat eigenlijk om haar gedichten.

Ek wil nie meer besoek ontvang nie
nóg met koppies tee boeretroos en veral nie brandewyn nie
ek wil nie hoor hoe hul wag op gevlerkte briewe nie
ek wil nie hoor hoe hulle wakkerlê in hul oogkasse wyl
die ander slaap wyd soos die horison om sy wenkbroue
en wat wil ek weet van hul eenderse kwale
die een sonder eierstokke, die ander met leukemia
die kind sonder 'n draaiorreltjie en die ou man
wat al vergeet het dat hy doof is
die bevlieging van die dood in die robots van groen
die mense wat leef by die see soos in die Sahara
die verraaiers van die lewe met die gesig van die dood en van God

ek wil net alleen wees op reis met my eensaamheid
soos 'n wandelstok
en glo dat ek nog enig is

Ik wil geen bezoek meer ontvangen
niet met kopjes thee boerentroost en vooral niet met brandewijn
ik wil niet horen hoe ze wachten op gevleugelde brieven
ik wil niet horen hoe ze wakker liggen in hun oogkassen terwijl
de ander slaapt weids als de horizon om zijn wenkbrauwen
en wat wil ik weten van hun altijd eendere kwalen
de een zonder eierstokken de ander met leukemie
het kind zonder draaiorgeltje en de oude man
die al vergeten is dat hij doof is
de bestorming van de dood in het stoplicht op groen
de mensen die leven aan zee zoals in de Sahara
de verraders van het leven met het gezicht van de dood en van God

ik wil gewoon alleen zijn op reis met mijn eenzaamheid
als een wandelstok
en geloven dat ik nog uniek ben

Ingrid Jonker (1933-1965)
vertaling: Gerrit Komrij

Nog eentje. Een heel bekend gedicht van haar:


Korreltjie sand

Korreltjie korreltjie sand
klippie gerol in my hand
klippie gesteek in my sak
word korreltjie klein en plat

Sonnetjie groot in die blou
ek maak net 'n ogie van jou
blink in my korreltjie klippie
dit is genoeg vir die rukkie
Kindjie wat skreeu uit die skoot
niks in die wêreld is groot
stilletjies lag nou en praat
stilte in Doodloopstraat

Wêreldjie rond en aardblou
korreltjie maak ek van jou
huisie met deur en twee skrefies
tuintjie met blou madeliefies

Pyltjie geveer in verskiet
liefde verklein in die niet
Timmerman bou aan 'n kis
Ek maak my gereed vir die Niks

Korreltjie klein is my woord
korreltjie niks is my dood