donderdag, december 09, 2004

Rood Kapje


Die Bolle (m'n baas) was te laat. Daar wil ik niet lullig over doen want hij rijdt al een paar weken voor zijn werk om de dag heen en weer naar Friesland en dat is een rot eind. (Die fotograaf waar ik van de zomer ook ben geweest. Zie VAKANTIE.) Maar hij had beloofd om met mij het avondrondje te doen. En toen was het al bijna donker. En zware mist. (Vandaar dattie te laat was.) Hij deed mijn lichtje om, want een zwarte boef in het donker zie je niet zo makkelijk. Het was zo stil op de hei dat ik zachtjes begon te lopen en het was ook wel een beetje eng, een beetje spookachtig. Bleef maar dicht bij die Bolle. Die had zijn camera bij zich, want een mistige hei in bijna donker levert hele mooie plaatjes op. Op de foto lijkt mijn lichtje geel maar in werkelijkheid is het rood. Je bent een omgekeerd Rood Kapje, had hij voor de grap geroepen. Dat moet je niet zeggen, dan roep je het onheil over je af. Grootmoeders okee, maar........ En ja hoor hoor, tien minuten later dook er een wolf op uit de mist. Ik schrok me rot. BOLLE HELP!!! Maar die draaide zich snel om en maakte een foto. Bestraffend keek de wolf hem aan. En hij keek echt, niet als een hond, maar als een mens. De kriebels liepen over mijn rug. Nou heb ik twee overheersende eigenschappen: ik ben niet bang en bloednieuwsgierig. Dus zo onderdanig mogelijk (want ik ben niet bang maar ook niet gek) liep ik langzaam en een beetje gebogen naar hem toe. Voorzichtig begon ik aan hem te snuffelen en toen, precies 1 tel, keek hij mij strak aan. Heel arrogant en heel afstandelijk. Vanuit de hoogte. Geen grom, geen blaf, maar ik wist meteen mijn plaats. Ja meneer, zei ik snel en dacht: wat een spetter. Toen dook Hans met zijn zoon en Quando van de Morsinkshof uit de mist op. (De oude Quando is de opa van mijn Duitse herder vriendje Kyro.) Hallo Hans, laat jij tegenwoordig wolven uit? Dat is mijn oppashond zei Hans. O gelukkig, een hond dus geen wolf. Er viel een pak van mijn hart. Jawel, zei Hans, het is een Saarloos. Een kruising. De ene helft is een Duitse herder en de andere een echte wolf. Een Rus nog wel. De wolf liep door alsof wij helemaal niet bestonden en loste op in de mist. Geen makkelijke tiepes, zei Hans nog terwijl hij met zoon en Quando ook in de mist verdween. Op dat ogenblik kwam Rietje achter ons uit de mist. Toen ze me zag spreide ze haar armen en riep; Haaaaaa die Ykaaaaaa, mijn schatje...... maar ik draaide me razendsnel om en rende weg. O nee, niks daarvan, sorry hoor, maar ik ken mijn klassieken, vandaag even geen grootmoeders.

zondag, december 05, 2004

Kayleigh


Kayleigh is dood. Dat is even schrikken. Vorige week hebben ze haar laten inslapen. Het ging al heel slecht met haar, maar toch. Dat dacht ik een paar weken geleden van BeeGee ook, maar die loopt nog steeds rond alsof er niets aan de hand is. Die Bolle (mijn baas) en Henk (zijn baas) hebben daar nog grapjes over staan maken. Ouwe taaie jippie jippie jee, zongen ze. Geen idee wat dat betekent en ze zongen nog vals ook. Kayleigh (uitlaatronde half twaalf, heb helaas geen foto, vraag ik nog wel) wilde eigenlijk heel graag met ons meespelen. Maar dat ging al een tijdje niet meer. Wij gingen wel naar haar toe, maar waren dan heel voorzichtig. Even neuzen en weer weg. Roerend van dat stelletje rauwdouwers, hoor ik die Bolle nog zeggen. Ze had nog maar 1 oog en allemaal kwaaltjes. Als ze die Bolle zag stak ze altijd haar neus in zijn hand en kreeg dan een trainertje. Zo'n pensknaagje. Twee dagen geleden kwam de buurvrouw met alle snoepjes die nu over waren en mochten we allemaal meedelen in haar erfenis. Nou dat was meteen weer dringen geblazen natuurlijk. Hebberige tiepes. En daarna gingen Timber (een Rodesische Ridgeback) en ik weer over tot de orde van de dag. Wat? Matten natuurlijk.