woensdag, november 03, 2010

7

7 ja. Alweer een paar dagen. Op de helft, riepen Harmanna en die Bolle. En daar waren wij alle drie heel blij mee. Want toen ze mijn slikprobleem in Utrecht hadden onderzocht vertelden ze die Bolle dat hij er maar rekening mee moest houden dat ik niet veel ouder dan een jaar of 3, 4 zou worden. En kijk eens aan, kaarsrecht van lijf en leden en supergezond. Komt door Harmanna. Ere wie ere toekomt. Met veel geduld heeft ze mij leren eten en drinken en verslikkken te vermijden. Ja van tijd tot tijd nog, maar verder helemaal gaaf. Beetje nostalgisch gebrowst door ouwe foto's. Vooral van die begintijd. Heel nieuwsgierig naar dat petieterige beestje. Wat een klein mormel was ik toch. De foto hierboven viel mij het meeste op. Onhandige, grote dikke man die 's-ochtends belachelijk vroeg een hele kleine pup wil laten poepen en piesen. Harmanna maakte de foto dus was ook al op. En als dat kleine beessie het ten langen leste deed, stonden ze te klappen en mooi braaf te roepen. Midden in de nacht zo ongeveer. Kan best eerste kerstdag zijn gewesst. (Ze hebben me bij Caya opgehaald op 23 december.) Maar ik zie nog een aardig, nou ja aardig, verhaal in deze foto. Hij laat me poepen en piesen in de kruidentuin van Harmanna. Die vond dat prima. Puppies mogen alles. Dat weten we. Maar niet veel later ontwikkelde ik mij tot een graafmonster. En dat kruidentuintje was eigenlijk de enige geschikte plek om dat talent te ontwikkelen. Die Bolle hield dat goed in de gaten, vond verse kruiden heel belangrijk, en wist rampen te voorkomen. Maar op een dag verdween hij met een vriend naar z'n computer boven. Toen ze een half uurtje later weer beneden kwamen stond ik in een gat van wel 50 cm diep. Dieper dan ik zelf. Zijn vriend barste in schaterlachen uit, maar die bolle liep ineens heel rood aan. Nee, niet niet het gat in de kruidentuin, het echte probleem was de graafrichting. Achteruit gravend had ik alle aarde, zand en plantenwortels de kamer ingezwiept. Dat was bijna de echte tuin geworden. (Lesje 1: die Bolle kan heel, heel kwaad worden en dat kun je afmeten aan de kleur van z'n kop.) De volgende dag was alle grond in de tuin met tegels bedekt. Geen punt. De vossenholen op de hei heb ik (met een paar vriendjes) enthousiast verder uitgegraven en daar kan ik nu helemaal in verdwijnen. Zelfs het topje van m'n staart. Er is een gat waar ik me onderin kan omdraaien en met m'n kop vooruit weer bovenkom. Alleen als Jentl, mijn grote St. Bernardvriendin, mee naar beneden wil wordt het wel dringen. Ook die Bolle kreeg iets nostalgisch toen hij de foto boven zag. 7 jaar alweer. Wat vliegt de tijd, ook voor een hond.