dinsdag, februari 06, 2007

Tel 409

Heb ik al een keer over geschreven, de hele familie van die Bolle komt uit Delft. Opa Bolle was daar kruidenier en had de zaak van zijn vader op de Verversdijk overgenomen. Van overgrootvader Bolle zal ik maar zeggen. Krijgt die Bolle vanmiddag een meeltje van zijn nicht met een link naar het Telefoonboek van Delft uit 1915. (In dat jaar werd de vader van die Bolle geboren. Boven de zaak.) En jaar hoor, daar staat het (met rooie pijl) 409 Koffiebranderij, Koloniale waren en Bakkerij. (Dubbelklikken om te vergroten.) Maar er staat JH (Jan). Dat is niet de grootvader van die Bolle, maar van zijn vader. Zeg maar de opa van pappa Bolle. Zijn opa zat toen in dienst (Eerste Wereldoorlog) maar hoefde niet te vechten want Nederland was neutraal. Daarbij was hij gelegerd in de kazerne op de Paardenmarkt en dat was om de hoek van de Verversdijk. Toen de vader van die Bolle werd geboren brande een gedeelte van die kazerne tot de grond af. De bakkerij was van de broer van opa Bolle. Die heette ook Jan, naar zijn vader.En de vader van die Bolle heettte ook Jan naar zijn grootvader en die Bolle heet Piet (zeg maar Peter) naar zijn grootvader. Zo ging dat in die dagen. Die bakkerij van broer Jan is later een eigen zaak geworden, het pand was groot genoeg en nog later is broer Jan naar IJmuiden verhuisd. En de moeder van die Bolle (93, geboren in de Hof van Delft, staat ook bovenaan de lijst als toen nog zelfstandige gemeente net als Rijswijk en Vrijenbaan) vertelde dat na de Tweede Wereldoorlog het nummer nog steeds 409 was.

maandag, februari 05, 2007

Marit Tornqvist

Voor Yka... Ypsylon Karel Anton. Lachend keek ze op van het signeren. Wat een leuke naam. Waar komt die vandaan? Die Bolle (m'n baas) stond even met z'n mond vol tanden. (Nee, gebeurt niet vaak hahaha....) Nergens van, zei hij, hebben we zelf verzonnen. En toen schreef ze de tekst die hierboven staat: Voor Yka..... Marit Torngvist. (Op klikken om te vergroten.) Die middag had ze een prachtige lezing gegeven in het Letterkundig museum in Den Haag over het illustreren van verhalen met tekst en muziek. Zeg ik goed, zijn drie verschillende straatjes. Zei ze zelf. Gaat over een piepklein heksje, Pikkuhenkie, dat onder een zandkorreltje woont. Naast een grassprietje. En er zit ook een hond in. (Nee, die zwarte kop is van mij.) Prachtig getekend. Toon Tellegen heeft het geschreven en voorgelezen en er zit ook muziek bij. Op een CD natuurlijk. Schitterend. Daarom kocht die Bolle het boek voor mij, maar durfde niet tegen haar te zeggen dat Yka een hond is. Leg dat maar eens uit. Hij had zelf nog even kunnen blaffen natuurlijk. Zijn zak zat vol hoestpastilles, want die ellende is nog steeds niet voorbij. Zaten er nog in van de dag ervoor. Waren hij en Harmanna naar de premiere van Tanhauser geweest. Een opera van Wagenaar of Wagner of zoiets. In het Muziektheater van Amsterdam. Op hoop van zegen, want blaffen in zo'n sjieke grote zaal is natuurlijk streng verboden. Wat blijkt, heeft de leidende sopraan ook griep en kan maar op halve kracht zingen. Heeft ze toch gedaan om de voorstelling te redden. Wat zijn die mensen toch afhankelijk van die super, superkleine etterbakjes. Ze vliegen wel naar de maan of de aarde rond, maar dit houden ze niet tegen. En dan noemen ze een heel klein heksje dat onder een zandkorrel woont een sprookje. Want dat kan niet in 't echt. Dom he?

Mag ze nog blij zijn dat het niet mijn gedachten waren. Die bijten ook.