Er liep een paard op de gang. Ja, echt heus. Die Bolle (m'n baas) en ik waren op de verkeerde afdeling terechtgekomen. Een mevrouw riep, U hebt een hond, dan bent U verkeerd. Wij doen alleen de veestapel. Riep die Bolle terug (humor) dan ben ik bijna goed, dit is een koehond. Mevrouw lachen en wees de weg. Ze waren aan het verbouwen bij de diergeneeskunde in Utrecht. Weer een paar lange gangen door. Eindelijk waren we bij de receptie van de afdeling Gezelschapdieren. Daar val ik onder. De meeste vreemde beesten, ook parkieten en papegaaien. Een herrie, blaffen krijsen piepen gillen, ik werd er stil van. We werden keurig omgeroepen en kwamen bij een paar leuke meiden terecht. O wat ben jij een mooie hond, riep de ene. En terwijl ik me op m'n best liet zien (uitslover gromde die Bolle jaloers) en ze met verschillende apparaatjes over mijn lijf ging, vroeg de ander achter de computer hem het hemd van zijn lijf. Toen kwam er een meneer (best wel een spetter, ik val op dokters) en die deed het allemaal nog eens dunnetjes over. Met een elegant sprongetje de onderzoekstafel op. Het meisje deed een thermometer in mijn bibs en de dokter keek in mijn keel. Klein voor een boef, zei hij. Wat nou klein!? Niks klein. Pittig. Vond hem ineens niet leuk meer. Weer een lange gang in en daar stond een ander meisje die me meenam. Die Bolle moest wachten. Röntgenfoto’s maken. Nou dat ging snel en handig moet ik zeggen. Ik was zo terug. Weer wachten. Kwamen die eerste meisjes met de dokter om over het middagprogramma te praten. Ze gingen een slikfilmpje maken en ik kon eind van de middag worden opgehaald. (Ze wilden eerst dat ik een nacht bleef, maar dat heeft die Bolle kunnen voorkomen.) Even buiten piesen, het was over twaalven en ik was om zeven uur al op de hei geweest, en een klein hok in. Aai van die Bolle, braaf zijn, kom zo weer terug en weg wassie. Dat was even slikken en dat is het nou juist het punt. Ik heb van jongs af aan een slikprobleem. Soms tot kotsen en stikken toe. Echt lullig. Heb soms dagen geen zin om te eten of te drinken. Misschien groeit ze er overheen, had de dierenarts gezegd. Maar niet. Daarom dit onderzoek en een slikfilmpje om te zien wat het probleem is en waar het precies zit. En vooral, is er iets aan te doen?
Die avond zaten die Bolle en Harmanna wat treurig naar me te kijken en vielen er verassend veel stukjes worst op de grond. Veel geaai ook. Begreep er niets van, maar vond het prima na zo'n lange dag dat er met je word rondgezeuld. Tevreden schuurde ik me tegen de drempel die net was gestuct en geverfd. (Puppietandjes had Harmanna tegen de schilder gezegd.) Hmmmm, verse verf, wat ruikt dat lekker. Gedachtenloos zette ik er mijn tanden in. Wat er precies gebeurde weet ik niet meer, maar ineens stond ik buiten en die Bolle riep met een rooie kop woorden die ik nu wel ken maar niet mag herhalen. In een klap was ik weer helemaal thuis.