vrijdag, maart 18, 2005

IJmuiderslag

Nou dat wordt dus helemaal naadje poep. Niks Artis de Partis! Verboden voor honden. Lees ik net op hun website. Heb ik daar nou al die reclame voor gemaakt! Wij schijnen virussen te hebben die slecht zijn voor die hokbewoners. Krijg nou wat. Heb altijd gedacht dat virussen alleen in computers zaten. Er mogen niet eens blindengeleidehonden naar binnen. Jammer maar helaas, schrijven ze. Bij een blinde zorgen ze dan wel voor begeleiding. Nou dat zou die Bolle (m’n baas) wel leuk vinden, met een mooie meid door Artis wandelen, want die Bolle is niet blind. Maar ik dan? Terwijl ik pissig doorsurfte kwam ik bij de Amersfoortse terecht. Nee, niet de verzekering, de dierentuin. En wat ziet! Nee, niet hulpeloze oude man bij mooie meid in bed maar, bingo, daar mogen wel honden naar binnen. Welkom zelfs. Vet gaaf héé. Kost maar 75 eurocent en dan krijg je ook nog een poepschepje mee. Die Bolle dan. Goed idee, roept’ie. Gaan we daar zaterdag naar toe. Dan komen de schilders en moeten wij moven van Harmanna. O dat is wel jammer, ik had wel graag meegeschilderd. Daarom juist, roept hij vals grijnzend vanachter zijn snor. Jouw manier van schilderen kennen we al. En die puppietandjes moeten zij nou juist gaan wegwerken. Kom op, het is mooi weer met een windje, even babbelen in Haarlem en dan naar het strand in IJmuiden.

Nou die duinen waren wel gaaf. Net als op Vlieland. Rennen en vliegen, naar boven en naar beneden en vooral achter de meeuwen aan. Hoewel, er stegen ineens twee hele grote kanjers langzaam op en keken heel kwaadaardig achter hele grote snavels naar mij. Ik scheurde voor alle zekerheid weer terug de grote strandvlakte op en zag ineens alleen nog maar zand, zand en nog eens zand. En in de verte, heel klein, die Bolle. Daar kreeg ik toch zo’n eng gevoel van. Wist ik toch helemaal niet meer of ik naar voor of naar achter moest. Schrikken. Ben ik maar gewoon gaan liggen. Toen die Bolle bij me was riep hij lachend, HAHAHAHA, een boef met pleinvrees. Ja, lach er maar om. Terug ben ik heel strak naast hem blijven lopen. Dat moet je zo op de zondagsschool doen. HAHAHAHA. Tot we weer bij de duinen waren. En toen zag ik een klein meeuwtje en……… voor ik het wist stond ik weer midden op die grote zandvlakte. Nou, toen ben ik maar gewoon doorgerend. Je kan niet aan de gang blijven. Toch?