maandag, december 05, 2011

Amsterdamse Grachten (Ver voor de gordel....)

Klopt. Komt weer een gedicht. Nee, niet mijn keuze. Legde die Bolle (m'n baas) voor me op tafel. Voor je blog, beroemd dichter. Plaatsen. Beroemd? Nooit van gehoord. Maar hij was al weg. Gaat meestal zo met die Bolle. Noemt zich heel democratisch. Gesprek, standpunten voor en tegen, twijfels, voorzichtige conclusies....... Niks daarvan, luisteren, doen, PLAATSEN. En als je baas dat zegt, wat doe je dan als hond? Eerst opgezocht wie het was. Anton van Duinkerken. Op klikken dan krijg je het hele verhaal. Indrukwekkend. Was iemand in die tijd.In 't kort: Was voor de oorlog dichter en bijna priester, maar mocht toen van de Katholieke Kerk (en die was erg de baas in die tijd) geen gedichten meer schrijven. Heeft in de oorlog in een concentratiekamp gezeten vanwege z'n antifacistische geschriften. Werkte bij het dagblad de TIJD als kunstredacteur. Hee, nu gaat me een licht op, daar heeft de vader van die Bolle ook gewerkt. Eerst ook kunstredactie, later sportredacteur. (Sport was toen iets nieuws.) Ben even in de archieven van die ouwe gedoken en vond het geboortekaartje van die Bolle. Januari 1944. Niemand had aan het eind van de oorlog een geboortekaartje, maar omdat z'n vader bij een krant werkte had hij een hele drukpers tot z'n beschikking. En Anton was er ook. Ik heb een zoon, riep hij heel trots en dit wordt z'n geboortekaartje. De illustrator Karel Thole, was er ook. (Maakte later de tekeningen voor het Sportboek voor de Jeugd in 1946, dat z'n vader aan de kleine Bolle, was'ie toen ook al, opdroeg.) Maak ik even een leuk plaatje. Zei hij. Maak ik er en gedichtje bij, zei Anton, die niet alleen een groot dichter was maar ook heel snel mooie versjes kon schrijven. Nou, dat spel in vrede heeft'ie wel gehad. Zet ik er nog even een fotootje bij van Anton van Duinkerken, uit die tijd. Het is dan 1944. Grappig, dat is alweer 67 jaar geleden. Zo oud is die Bolle ook. Wat? Oja, natuurlijk, dat is wel erg dom. En ik ben geeneens geen domblondje. Maar een zwarte boef laat ook wel eens een steekje vallen. Laten we maar gauw naar het gedicht gaan. Gaat over de Amsterdamse grachten. En wat die Westertoren betreft, toen die Bolle aan deze kant van de Westertoren op de Prinsengracht werd geboren zat Anne Frank aan de andere kant nog in het achterhuis.



Mist

De mist heeft alle grachten ingesloten
Achter een wade van verganklijkheid.
Er wordt gezwegen. Ieder voertuig rijdt
Geluidloos langs de stil gelegde booten.

Dit is een avond om van eens genoten
Feesten te spreken, die wij vreugdbereid
Vierden met jonge vrienden, toen de nijd
Ons nog niet uit elkander had gestooten.

Maar wat geweest is, vindt geen wederkeer.
Zooals met ons, zoo gaat het met de meesten:
Elk zoekt zichzelf in vruchteloos verweer.

Vergeten raken dan voorbije feesten.
Tusschen ons hangt gelijk een mist de tijd,
Die ons uiteendrijft, elk in eenzaamheid.


Anton van Duinkerken (1903-1968)

Uit Project Laurens Janszoon Coster
Elke dag een gedicht.

.