woensdag, januari 07, 2009

PRONKER


Nee, niet die oud minister. Het gaat over iemand die heel trots met zichzelf te koop loopt. Een gedicht van Betje Wolf en Aagje Deken. (Eind 1700 geschreven.) Twee schrijvende dames die heel keurig zijn gaan samenwonen. Meer mocht niet in die tijd. Tegenwoordig zouden we gewoon lesbo's zeggen. Wat is pronken eigenlijk, heb ik die Bolle (m'n baas) gevraagd. Vroeger hadden ze een mooie kamer, waar alleen belangrijk bezoek werd binnengelaten. Noemden ze de pronkkamer. Maar je kan ook met kleren of jezelf pronken. Je van je beste kant laten zien. Beetje opschepperig ook. Kijk mij eens! Net als jij, als je gewoon maar een beetje in het wilde weg gaat staan blaffen. Omdat je het lekker vind om jezelf te horen en mensen in de wijde omgeving te laten denken, oei, wat een kwaje bouvier....... Jaja. Lult lekker die Bolle. Had ik nog zo'n blafstukje op video. Hier boven gezet. Nee, het gedicht is veel mooier.

De pronker

Ei zie dees Pronker eens!
't Is ongemeens,
Al wat hy draagt; 't is wonder keurig,
Hy's prachtig gechambreert;
Wel gecoƫffeert;
En o wat riekt hy geurig!
Hy zet ook zynen Franschen hoed
Gelyk een Krygsheld doet,
Hy lispt in zyn spreeken;
Maar heeft hy ook verstand?
't Is nooit gebleken.
Weg met hem aan een kant.

Betje Wolff (1738-1804) en Aagje Deken (1741-1804)
uit: Economische liedjes (1781)

Meer weten want hun leven is een wat stijf maar mooi erg verhaal: Aagje Deken en Betje Wolf. Zie ook Sara Burgerhart.